Columns
comments 2

Not so goddess (over pré- moederlijf fysiovrees)

column-diana-van-ewijk

12 jaar geleden was ik overspannen. Vanuit het niets, leek wel.
Ik bedoel: life was good. Ik zat middenin mijn drukke twintigersleven, met leuk werk, in een studentikoos huis dat amper wat kostte, en woonde samen met een man en twee fretten.

Op een dag bracht die man me achterop zijn fiets naar het station, ik sprong elegant van de bagagedrager, en krak…

… ik zat vast. Muurvast.

Ik kon geen kant meer op; mijn rug zat van nek tot staartbeen op slot.
Dat was het begin van vier maanden half hangen/zitten/staan om de pijn in mijn rug draaglijk te maken.

Nou was dat op zich al erg, maar weet  je wat nog veel erger was?

Veel erger was dat ik met die rug naar de fysiotherapeut moest.

De fysiotherapeut*.
Bijna bloot, ergens op een wildvreemde behandeltafel, bekneed worden door een besnorde kerel – dat was zo’n beetje mijn beeld.
En daar zag ik enorm tegenop.

Want: een behandeltafel?

De drempels in ons huis waren al bijna onneembare barrières.
De stoeprand trotseren was al als de Mount Everest beklimmen.
Geen idéé hoe ik in godsnaam die behandeltafel op zou moeten komen.

Vreemd genoeg vergat ik het bijna-bloot gedeelte.

Op D-day liet ik me naar de fysiotherapeutische praktijk taxiën en schuifelde de behandelkamer binnen. En terwijl ik met angst en beven de tafel in me opnam, klonk het:

Zo. Kleed u zich eerst maar even uit.”

O ja. Uitkleden.
Daar stond ik dus, vijf minuten en zeven doden stervend later – naast de behandeltafel.
Me hyperbewust van mijn lijf dat ik zometeen, onder toeziend oog van de godzijdank níet-besnorde therapeut, omhoog moest zien te takelen – bijna-bloot, óók nog.

Dat lijf, voor de gelegenheid gehuld in een afgeleefde, uitgelubberde onderbroek uit het jaar 0.

Want dat was de enige onderbroek die ik, met slim tenenwerk en opperste beenbeheersing, zonder hulp in te roepen, aan kon trekken.
Blij met die zelfstandigheid was ik even vergeten dat diezelfde uitgelubberde onderbroek een uur lang mijn enige kledingstuk zou zijn.

Ik schaamde me dood –

– en nam me heilig voor de volgende keer een iets gekledere onderbroek aan te te trekken.
Maar ja: als nagenoeg overspannen en bijna volledig immobiele, aan huis gekluisterde carrièretijger had ik allerlei andere dingen aan mijn toch al overprikkelde hoofd.

De tweede keer was ik het wéér vergeten.

Gelukkig was de praktijk van de fysiotherapeut gevestigd aan een winkelstraat.
In blinde paniek strompelde ik een lingeriewinkel binnen, graaide in een onderbroeken-met-50%-kortingbak en kocht het eerste de beste lapje stof dat aan mijn hand bleef hangen.
Opgelost.

Eenmaal op het toilet van de fysiotherapeut bleek de inderhaast aangeschafte onderbroek een drie maten te kleine string te zijn – met in gouden letters het woord ‘goddess’ op de bil.

Een string die, toen ik eenmaal halverwege mijn tocht naar de top van de Mount Everest was, in geen enkel opzicht mee bleek te willen werken qua bedekkende waarde.
Ik schaamde me nog doder dan de eerste keer***.

Eenmaal thuis scoorde ik in een online onderbroekenwinkel een stapel super-elastische boxershorts.

Want een derde keer in een drie maten te kleine goddess-string fysiotherapeutisch bepoteld worden?
Dát nooit meer.

*)


Ik krijg spontaan zin om weer eens achterop een fiets te springen…

**) Aan die niet al te glorieuze tijd in mijn leven moest ik terugdenken dankzij de column over fysiovrees, van Webkim. Hilarisch stuk!

***) Overigens ben ik, in de jaren daarna, aardig over mijn fysiovrees heengegroeid. Sinds ik twee kinderen (plus bijbehorende keizersnedes en eindeloze stoeten toucherende co-assistenten) verder ben, heb ik nul komma nul schaamte qua bloot lijf in behandelkamers.

***) Op de foto: ik, zo’n 39 jaar geleden. Diezelfde onbevangen blijheid met dat aanbiddelijke babylijfje zou ik nu graag ervaren – ook voor mijn moederlijf met tijgerstrepen.
Maar ja.

Comments

comments

In categorie: Columns

door

Diana van Ewijk is, naast officieel Soephoofd, ook kapitein van het #KliekjesCollectief en social mediamanager in #BlueCity010. Een storyteller met de focus op foodwaste!

2 comments

  1. Anouk zegt

    Dit beschrijft bijna mijn gevoel als ik in een bikini of badpak in een zwembad moet plonsen. Met mijn zwembad water vrees :-( al die kijkende mensen om je heen niks fijn zwaartekracht vrij gevoel pure hyperventilatie zodra ik in dat water lig.

    • Haha, Anouk! Als ik eenmaal in het water lig, is er bij mij geen vuiltje aan de lucht. Maar de tocht naar dat water, en – de horreur-: dat trapje op en af…. Brrrr.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *