Columns

Hoop in handzame stukken – over de kracht van méér versus minder en vice versa

Bieuwr wazze, bieuwr blieuwe

“Ik denk dat we met man en muis vergaan, de wereld staat óf in brand óf er zijn vreselijke overstromingen…” appt mijn moeder. Inclusief onheilspellende puntjes. Exclusief hoop.

Bijna tegelijkertijd loop ik op Schiermonnikoog langs een protestbord. ‘Bieuwr wazze, bieuwr blieuwe’. Ik begrijp pas na een paar seconden wat er staat* en vind het bijna schattig. Boerenprotest op zijn allerkleinst, denk ik.

Terug in ons appartement lees ik over de zeven melkveeboeren op dit eiland. Zij worden vaak als hoopvol schoolvoorbeeld aangehaald. Omdat ze, als eersten in Nederland, hun veestapel hebben weten in te krimpen. Vrijwillig. Van 606 naar 375 koeien – een krimp van bijna 40%. 

Zeven boeren, zeven jaar

Toch willen deze Schierse boeren absoluut niet tot voorbeeld worden gesteld. Ze hebben er namelijk, met z’n zevenen, zeven jaar over gedaan. ZEVEN JAAR. Terwijl ze samen besloten om hun gezamenlijke veestapel in te krimpen.

Dat is weinig hoopgevend. Als vrijwillige verandering deze zeven betrokken boeren op dit zeer overzichtelijke eiland al zeven jaar kost – hoeveel jaar kost dan de onvrijwillige krimp in de rest van Nederland? 

Diepgewortelde weerstand

De wil tot verandering stuit vaak op weerstand. Ook als dat vrijwillig is. Ook in het geval van deze zeven boeren. En dus moest er, zeven jaar lang, gezocht worden.

Door de boeren. Want, zo stelt één van hen: “Het is boer-eigen om zoveel mogelijk koeien te willen melken.” 
Door de overheid; naar de juiste financiële constructie.
Door de bank; die dit niet-op-groei gerichte model niet bleek te kunnen financieren.
En door het grootbedrijf; dat geen fatsoenlijke vergoeding voor de nieuwe, kleinschalige en natuur-inclusieve plannen kon verzinnen. 

Die weerstand tegen krimp is niet zo gek; ons hele systeem is gericht op groei. Dát moet veranderen. En dat verloopt, net als iedere andere verandering, rommelig.

Maar: waarom ís dat eigenlijk zo?
Waarom is verandering zo ontzettend complex?

Verandering vraagt vertrouwen 

Verandering verloopt niet volgens vooraf vastgelegde paden.
Verandering vraagt daarom om vertrouwen op je eigen veerkracht.
En: vertrouwen op de ander. Want hoe individueel wij ons ook voelen – we zijn tot op het bot met elkaar verbonden.

Om écht te veranderen, moet je vooral durven loslaten. De manier waarop je dingen altijd gedaan hebt? Loslaten. Het gevoel van controle? Loslaten. De toekomst die je dácht te hebben? Loslaten.

Loslaten – zónder te weten wat je ervoor in de plaats krijgt. En zonder garantie op succes. In een onrechtvaardige wereld die wordt geteisterd door én bosbranden én overstromingen én hongersnoden én pandemieën én oorlog én… én… én…

In zo’n wereld je zekerheden loslaten? Dat is doodeng. 

Hoop in handzame stukken

Ik neem me voor mijn moeder een bemoedigend berichtje te sturen. Want somber zijn over de huidige situatie en hoop koesteren voor de toekomst zijn twee kanten van dezelfde medaille, leerde ik vorig jaar van Terry Eagleton. Het koesteren van een toekomstbeeld geeft hoop veranderkracht. En die kan zich in van alles uiten.

Het hoopvolle toekomstbeeld van de zeven Schierse boeren vind ik in de gloednieuwe kaaswinkel, middenin het dorp. Verpakt in handzame stukken. Want wat blijkt? Door zelf kaas te maken en die te verkopen, halen de boeren van Schier meer waarde uit minder melk. Zo compenseren ze, op termijn, de krimp.

In de koelkast ligt nu een stuk Wildplukkaas. Van onafgeroomde melk van één van die 375 overgebleven koeien, die meer en langer in de wei staan, op kruidenrijk gras. Die melk is gemengd met op het eiland geplukte zeesla, duindoorn en zeekraal. 

Misschien maak ik dit als onnozele stedeling een tikje te mooi, maar toch: €23,95** voor een kilo handzaam verpakte hoop? Geen geld. Om van de waardevolle les over weerstand nog maar te zwijgen. 

Want weerstand, hoe diepgeworteld ook, blijkt toch te overwinnen.
Door hoop te houden.
En door niet te focussen op wat minder wordt – maar juist op wat méér kan. 

In dit geval: meer kwaliteit van leven voor de koeien. Meer smaak aan de kaas. Een mooier, groener en gezonder eiland voor de boer. Voor toeristen zoals ik. En voor mijn moeder, die een blokje onafgeroomde hoop goed kan gebruiken.

 

PS:
Eén ding is zeker. En dat is dat alles altijd verandert. Het oude systeem kraakt en piept, maar ja: hoe dan wél? Dat weet niemand. Dat betekent dat we samen moeten zoeken. In onzekere tijden. Als we ons ongemak, net als onze verschillen, kunnen omarmen – ja, dan vinden we misschien de weg naar voren. Met én voor iedereen. Doe je mee?

 

*) Bieuwr wazze, bieuwr blieuwe. Of te wel: boer zijn, boer blijven

**) het hele ‘Duurzaam is duur’-verhaal wordt hier op het oog enorm mee bevestigd. Maar a) kiloknallerkaas is kunstmatig goedkoop. En b) nóg duurzamer is natuurlijk: geen zuivel nuttigen. Ik ben de eerste die tempeh van Schierse paardebonen probeert!

Comments

comments