Ecotariër, Gedachten
Reageer

Van flexitariër tot ecotariër – op zoek naar een duurzaam dieet

EcotariVIST-basis-Column-ecotarier-soephoofd

Fatsoenlijk eten? Zo makkelijk is dat nog niet. Zéker niet als je het ook graag dogma-vrij houdt. Omdat ik graag gezondere keuzes maak die een positief effect hebben op mij én het ecosysteem waar ik deel van uitmaak, ga ik op onderzoek uit. En omdat ik geloof dat de consument de co-creator is van ons voedselsysteem, deel ik graag mijn reis van flnaar ! Ga je mee op avontuur?

In een serie columns onderzoek ik hoe ik, als drukbezet stads gemaksmens, duurzamere voedselkeuzes kan maken. Ik wil beter gebruik maken van mijn kracht om te stemmen met mijn portemonnee – maar ik mis de kennis.

Kijk, dat aardbeien-hartje-winter en plofkip niet kloppen, dat snap ik. Maar hoe zit het met fairtrade bananen, bio-dynamische scharreleieren en Ijslandse yoghurt? En moeten we echt allemaal 100% vegan – of is er een uitweg voor vleesverslaafdenverlangers? Deze aspirant-ecotariër zoekt het lekker uit. Maar laten we bij het begin beginnen: wat ís een ecotariër eigenlijk?

De ecotariër

De ecotariër eet duurzaam. Haar/zijn voedselkeuze heeft een positief effect op het eigen lijf én het ecosysteem waar hij/zij deel van uitmaakt; het land waarop dat voedsel gegroeid is, de waterwegen en lucht waar gebruik van gemaakt is, de boerderijen of fabrieken waar het in verwerkt is en de mensen en dieren die daar bij betrokken zijn. De ecotariër eet dus bewust.

Bewust eten? Dat is simpel – maar niet makkelijk. Ons voedselsysteem omspant de hele wereld en is verre van transparant. Wie weet hoe, waar en door wie de tomaat in jouw kant-en-klare pastasaus gekweekt is? Om van iets ogenschijnlijks simpels als een (hoogbewerkt) bouillonblokje nog maar te zwijgen. 

Daarbij komt dat onze kennis van voedsel over het algemeen laag is. Wist jij bijvoorbeeld dat je in januari beter andijvie kan eten die uit Spanje wordt geïmporteerd dan andijvie van Hollandse bodem? En – hou je vast – in mei geldt precies het omgekeerde.

Bovendien: food is een hype. Van clean eating goeroes en strikte locavoren tot hardcore paleo’s: iedereen en zijn moeder heeft een mening over wat we ‘moeten’ eten. De wetenschap dan? Tal van onderzoeken spreken elkaar tegen. Of zijn onleesbaar voor de huis-tuin-en-keukenconsument – die daarom afhaakt, óf op zoek gaat naar een goeroe die het in Jip&Janneke-taal uitlegt en daarbij de subtiliteiten uit het oog verliest.

Ik, ecotarivist

Door al die onduidelijkheid kun je je gek door laten maken, maar ik, ecotarivist, kies een andere weg. Ik geloof dat iedereen die eet, co-creator is van ons voedselsysteem. Je eet minstens drie keer per dag – en dat betekent dat je drie keer per dag kunt stemmen voor een beter voedselsysteem. Gewoon, met je mes, vork en lepel. Maar: dan moet je wél goed geïnformeerd zijn.

Ik stel daarom voortdurend vragen bij wat ik onder mijn neus stop en deel die zoektocht graag met anderen die zich duurzamer willen voeden. Het doel? Huis-tuin-en-keukenconsumenten helpen duurzame keuzes te maken, met grote nadruk op de dagelijkse maaltijd – en zo een positieve impact bij elke maaltijd realiseren. In die zin ben ik dus een ecotarivist :-)

Openminded vragensteller

Voedsel met een positieve impact? Dat vereist dat je kennis hebt van wat je eet. Met deze vragen kun je een aantal ter zake doende vragen stellen: 

  • hoe ver heeft het voedsel gereisd?
  • hoe is het geproduceerd en was dat fair – of op zijn minst fatsoenlijk?
  • hoe en op welke manier is het bewerkt?
  • hoe is het verpakt, en is die verpakking schadelijk voor het milieu?
  • hoe is er omgegaan met de mensen en dieren die erbij betrokken waren?
  • zijn er chemicaliën gebruikt, en zo ja: welke?
  • hoe duurzaam is dit voedsel voor het eigen lijf?

Een waarschuwing: de antwoorden zijn niet altijd even makkelijk te vinden. Bovendien: hoe meer je weet, hoe minder je weet. Uit deze set vragen komt als vanzelf een hele vloedgolf aan nog meer vragen. Maar laten we het positief houden: elke stap voorwaarts is een stap voorwaarts. En dan is er nog het ecotarisch kieskader.

Ecotarisch kieskader

Door een ecotarisch kieskader te hanteren, kom je al een heel eind bij je dagelijkse boodschappen. Koop je voedsel, als het even kan:

  1. Lokaal geteeld
    Uit eigen regio dus, of op zijn minst uit eigen land. 
  2. In het seizoen
    Door producten te kopen die in het seizoen te zijn, sluit je kasteelt en de daarbij behorende milieubelasting bijna automatisch uit
  3. Zo min mogelijk bewerkt en verpakt
    Koop je groente en fruit liefst zo onbewerkt mogelijk, en met zo min mogelijk verpakking. Dat kan bijvoorbeeld bij de groenteboer, op de markt of bij een initiatief als Rechtstreex. Waarom? Een voorbeeld: geschilde aardappels moeten worden verpakt én gekoeld bewaard worden. Beide niet erg duurzaam en in principe onnodig.
  4. Biologisch
    En tot slot: koop biologisch! Biologisch eten is onbespoten (beter voor de bodem, de biodiversiteit, de insecten- en vogelstand, het grondwater en voor de gezondheid van de boer en zijn werknemers) en vaak kleinschalig geteeld. Dat levert niet alleen een rijkere bodem op, maar ook een mooier ommeland.

Simpel – maar niet makkelijk

In de overvloed van onze maatschappij is het lastig navigeren. Je wil graag duurzamer leven, maar ziet domweg door de bomen het bos niet meer. Het duurzame leven lijkt karig, saai en arbeidsintensief – en het is bovendien water naar de zee dragen; al je vrienden blijven lappen vlees eten, autorijden en naar Porto heen en weer vliegen.

Hoe houd je het nu leuk en vooral: do-able? Begin gewoon bij het begin: je dagelijks brood – of vooruit: quinoaschotel. Met bovenstaande vragen in je achterhoofd, het ecotarisch kieskader, een lijstje met goede winkels, wat basis(kook)kennis om mee te beginnen én een flinke dosis nieuwsgierigheid kom je al een heel eind. Ga je mee op avontuur?


Columns, tips en inspiratie

Op dit blog (en in onze nieuwsbrief) delen we onze ervaringen en geven we praktische tips over een duurzaam dieet. Lees bijvoorbeeld:

Voorkom verspilling van voedsel

Voedsel verspillen is één van de logische gevolgen van ons geïndustrialiseerde voedselsysteem. Doodzonde natuurlijk. Want hoe duurzaam het voedsel ook dat je koopt; op het moment dat je het onopgegeten weggooit, gaat het duurzame aspect grotendeels verloren. Daarom: voorkom voedselverspilling in je eigen keuken. Hoe en waarom? Lees:

Geen zin, geen tijd? Check de kant-en-klaar mixen van Soephoofd. Daarmee zet je in no time een lekker maaltje op tafel, gemaakt van willekeurig welke restjes groente en fruit. Als we dat met z’n allen doen, redden we grofweg 204.000.000 kilo voedsel van verspilling. De moeite waard!

 

 

Comments

comments

In categorie: Ecotariër, Gedachten

door

Diana van Ewijk is, naast officieel Soephoofd, ook kapitein van het #KliekjesCollectief en social mediamanager in #BlueCity010. Een storyteller met de focus op foodwaste!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *