Columns, Gedachten

De blinde vlek van korter douchen – over institutionele stilte en klimaatracisme

in a racist world we must be anti racist

Ik voel me geen onderdeel van de lucky few – terwijl ik dat wél ben. Wereldwijd bezien in ieder geval: wij Nederlanders zijn zeer geprivilegieerd waar het de klimaatcrisis betreft. Want hoewel deze door ons, consumerende westerlingen en de multinationals die ons faciliteren, wordt veroorzaakt, worden onze levens niet op dezelfde manier bedreigd als de levens in het mondiale zuiden. Sterker: wij zijn daar blind voor.

Tussen 2008 en 2018 moesten 20 miljoen mensen hun huizen verlaten door klimaatgerelateerde rampen als droogte, bosbranden en orkanen. En inmiddels zijn we alweer drie jaar van uiteenlopende klimaatcrises verder.

Maar nee, wij Nederlanders  – en ja, daar reken ik mijzelf, want wit van binnen, ook toe – vechten niet voor het redden van levens nú; wij praten over het veiligstellen van de planeet voor toekómstige generaties. Daarbij hebben we de luxe te kunnen praten over korter douchen, minder vlees eten en meer zonnepanelen leggen.

Deze ongelijkheid noemen we klimaatracisme. En daar doen we allemaal aan mee.

Lees hier wat ik níet schrijf: daar zijn wij allemaal schuldig aan. Schuld is zo’n struikelwoord in het gesprek over racisme. Wij hebben niets te maken met de slavernij, niets met het geweld in ons koloniale verleden, niets met het afvoeren van vrijwel alle Nederlandse Joden in de jaren 40.

Gloria Wekker, gender- en etniciteitwetenschapper, noemt dit witte onschuld. Nederland ziet zichzelf als een “klein, progressief land, altijd ethisch handelend, kleurenblind en dus per definitie antiracistisch.” En als het toch racistisch overkomt? Dan hebben wij dat niet zo bedoeld. Racisme is de hete brij waar we al eeuwenlang omheen draaien.

Hoe voeren we dán dit gesprek? Raki Ap, klimaat- en mensenrechtenactivist, gebruikt het begrip ‘institutionele stilte’ als synoniem voor ‘institutioneel racisme’. Hij vraagt zich af waarom we in Nederland wél meerdere protesten rondom de bosbranden in Australië zagen, maar geen enkele bij de ambassades van Indonesië of Zambia, terwijl in dezelfde tijd Jakarta overstroomde en 45 miljoen mensen in zuidelijk Afrika kampten met voedseltekorten – alle drie duidelijk klimaatgerelateerde rampen.

En de protesten in Indonesië of Zambia zelf? Die haalden simpelweg de Westerse pers niet – of niet voldoende om echt opgemerkt te worden. Blijkbaar zijn de levens van mensen in het mondiale zuiden niet interessant genoeg om te vermelden. En naar wie ze wél vermeld, wordt amper geluisterd. Want wat kunnen wij, kikkerlandje, daar nou aan doen? Zwijgen en wegkijken is makkelijker. 

Een logisch gevolg daarvan is dat de minderheid er het zwijgen toe doet. Dat we elkaar niet vinden. Dat we niet samen in beweging komen.

En precies dat is een levensgroot probleem. We hebben nog negen jaar om onomkeerbare vernietiging van ecosystemen te voorkomen. Dat kan alleen als we gaan voor radicale verandering. Maar: om alles te veranderen hebben we iedereen nodig. Elke stem, elke blik en elk perspectief is van belang. De klimaatcrisis is in die zin, naast een co2-technisch probleem, dus ook een complex, maatschappelijk probleem.

Hoe verenigen we ons in tijden van klimaatcrisis? Dat begint met het doorbreken van de stilte. En met het aanpakken van ons eigen institutionele klimaatracisme. We moeten ons bewust worden van onze privileges. Uit onze ivoren torens. In gesprek gaan met andersdenkenden. Hoe meer we samenwerken, hoe groter de kans dat we de wereld mooier maken. Niet alleen voor de happy few; voor iedereen.

En heel praktisch: wij, de klimaatbeweging, moeten veel toegankelijker zijn. Meer aansluiten bij de dagelijkse zorgen van mensen in het nu. We kunnen heel leren van elkaar. Als we met elkaar praten over de problemen, de grote en de kleine. Op een manier die iedereen begrijpt.

Dat is zeker in een stad als Rotterdam, waar 21% van de beroepsbevolking laaggeletterd is, waar in sommige wijken een kwart tot een derde van de bewoners in armoede leeft en waarvan 52,3% van de bewoners een migratie-achtergrond heeft, van niet te overschatten belang. Doe je mee?

Aan de slag met klimaatrechtvaardigheid, tegen klimaatracisme

Om onze planeet en leefstijl zo prettig mogelijk te houden, moeten we samen het systeem veranderen: beleidsmakers door grootschalige klimaatmaatregelen te treffen, bedrijven door te kappen met handelen vanuit kortzichtige winstbejag en die focus op oneindige groei, en ook wij, burgers, moeten aan de bak. 

Hoe dan? Nou: onderzoek wat jouw positie in de wereld is. Luister als je racistisch, seksistisch, transfobisch of elitair wordt genoemd. Check je privileges, pas je aan en breng het verder. Je kunt je uitspreken op social media en je kunt dingen bevragen, bijvoorbeeld bij jouw universiteit, werkgever of pensioenfonds. Get busy!

Geen zin, geen tijd, geen energie? Doneer dan aan partijen die goed klimaatwerk verrichten. Greenpeace bijvoorbeeld.

Comments

comments