Brieven
comment 1

Over dwingen en dreigen vs het hostess syndrome – brief aan mijn dochters

20140817-104809.jpg

Lieve meisjes van me,

Of moet ik zeggen: lieve geboren onderhandelaarsters van me?
Want onderhandelen, dat kunnen jullie.
Zonder moeite bepalen jullie wat jullie willen. Zonder scrupules zetten jullie in wat nodig is om dat doel te bereiken.
Een ‘dat-maakt-mij-niets-uit poker-face’ verwisselen jullie, sneller dan het licht, voor de allerliefste smeekbekkies. Een ‘praat-geen-poep’hoofd wordt in no time een allerzonnigste glimlach.

Als niets anders helpt, gaat het hard tegen hard. “Als jij mij dat boek niet geeft, ga ik slaan,” hoorde ik laatst van boven komen – gevolgd door een pets, een brul, een broeierige stilte en, gelukkig, gegiechel.

Nee, het hostess syndrome – daar hebben jullie geen last van.

En daar bewonder ik jullie om. Want ik wil kinderen opvoeden die weten wat ze willen én hoe ze dat kunnen bereiken.
Maar makkelijk is het niet, als moeder.

Want ik wil, jammergenoeg, óók kinderen die naar mij luisteren.

Ik wil kinderen die doen wat ik zeg – zonder kritische vragen te stellen.
Ik wil kinderen die een ander wat gunnen – en dan niet alleen omdat die ander harder kan slaan.
Ik wil op de vraag: “Wil je een ijsje, schat?”  het antwoord: “Ja, graag mama!”
Niet: “Ja, maar dan wel een grote-mensen-hoorntje met drie bolletjes én slagroom.”

‘Opkomen voor wat je wil’ versus ‘beleefd blijven’ – het is een wankel evenwicht.

De maatschappij vraagt om bescheidenheid en beleefdheid, zeker van meisjes.  ‘”Je vangt meer vliegen met stroop dan met azijn”- het is niet voor niets een gevleugelde uitspraak.

Van meisjes wordt verwacht dat ze goede gastvrouwen zijn.

En een goede gastvrouw luistert naar de ander, stelt hem op zijn gemak en zorgt ervoor dat het, hoe dan ook, gezellig blijft.

Maar hoe behoud je je eigen mening – als je je voortdurend moet inleven in de ander?

Hoe bereik je je doel – als je niet mag brullen of meppen?
Hoe blijf je gezellig – zonder je scherpte te verliezen?

Dit is mijn taak: ik leer jullie koorddansen.

Ik tel drie keer per dag tot tien als ik voor de honderdste keer moet uitleggen waarom jullie de tafel moeten dekken.
Ik doe of ik doof ben en laat jullie je conflicten zelf oplossen.
Ik geef liefdevolle kussen op de onvermijdelijke blauwe plekken die dat oplevert – en advies over hoe jullie het de volgende keer kunnen aanpakken.

Ik leer jullie onderhandelen – zonder dwingen, dreigen en dreinen.

Maar om jullie te laten groeien, moet ik zelf ook groeien.
Want om jullie te leren voor je mening te staan zonder buiten het sociale bootje te vallen, is geen sinecure.
Om jullie te leren je aan te passen zonder jezelf verliezen, kweek ik eelt op mijn ziel, een occasioneel Oost-Indisch gehoor en een onuitputtelijke voorraad geduld.

Voor jullie word ik de moeder die ik nog lang niet ben.

Willen jullie dan af en toe lief doen?
Want met een flinke dosis strategisch stroopsmeren komt die drie-bolletjes-mét-slagroomdroom een stuk dichterbij.

Comments

comments

1 comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *