Gedachten
comments 3

Een lot uit de loterij. Of: omdenken voor stroomstoringlijders.

IMG_6114-0.JPG

Ik win nooit wat.
Niets, nada, noppes.

Nou ja… ik won ooit, vele zaterdagen geleden, het boek ‘Zeven dagen zaterdag’. Ik won het als tweede prijs in een schrijfwedstrijd van de bibliotheek in Culemborg. Dat was leuk, kan ik me herinneren.

In datzelfde jaar won ik, bij de Jamin in diezelfde wereldstad, een kleurplatenwedstrijd.
Dat was niet leuk.
Sterker nog: dat was een traumatische ervaring.

Ik won, met de kleurplaat waar ik inderdaad mijn uiterste best op had gedaan een reis naar Disneyland Parijs.
Disneyland Parijs!
En het hele gezin mocht mee!
Mijn vader, moeder en mijn drie broertjes – met zijn allen zouden we naar Disneyland Parijs gaan omdat ik zo’n mooie kleurplaat had gemaakt.

De prijsuitreiking vond plaats op een zonnige zaterdagochtend, in de Jamin.
Ik had mijn allermooiste jurk aan en, waarschijnlijk, bijpassende strikken in mijn vlechten. Ik was opgetogen, want ik had een prijs gewonnen – en wát voor prijs. Een heel weekend naar Disneyland Parijs – je zou voor minder strikken in je vlechten doen, toch?

Daar stond ik dus, op die zonnige zaterdagochtend, stralend in mijn poederblauwe jurk en blauwbestrikte vlechten, tussen de bakken muntdrop en toverballen. Om me heen stond een handjevol andere kinderen; veel minder feestelijk gekleed dan ik. Kinderen die de tweede, derde en troostprijs hadden gewonnen, natuurlijk. Kinderen die níet naar Disneyland Parijs zouden gaan.
Ik dacht aan Mickey Mouse, uitzinnige achtbanen en het sprookjeshotel waar we zouden logeren. Ik begreep wel waarom die kinderen zich veel minder feestelijk voelden dan ik. Zielig, maar ja… er kan er maar één de winnaar zijn. En dat was ik.
Toen kwam de baas van de Jamin binnen – en werd alles zwart.

De 25 minuten tussen het moment dat de snoepbaas binnenkwam en ik weer naar buiten stapte, kan ik me met geen mogelijkheid herinneren. Dat kleine half uur is in een peilloos diep zwart gat verdwenen.

Ik stapte naar buiten in mijn veel te feestelijke jurk met die achterlijke blauwbestrikte vlechten, met in mijn ene hand een zak snoep en in de andere hand een Mickey Mouse-wekker.
Een Mickey Mouse-wekker – niet een levensgrote reischeque, versierd met vrolijk dansende Disney-figuren, naar Disneyland Parijs. Niet eens, want dat had ik heus niet heel erg gevonden, een kleine discrete enveloppe met daarin zes entreebewijzen. Nee. Ik stapte naar buiten met een zak snoep en een Mickey Mouse-wekker.

Die zak snoep heb ik in één keer leeggegeten en die wekker heb ik aan mijn broertje gedoneerd. Daarna hoefde ik nooit meer iets te winnen. Héb ik ook niet gedaan – tot afgelopen vrijdag.

Afgelopen vrijdag trok ik namelijk een lot uit de loterij.
Afgelopen vrijdag zat ik in één van de 20 door de stroomstoring getroffen treinen en werd ik, na vierenhalf uur een Hoofddorper weiland te hebben bestudeerd, voor het eerst van mijn leven geëvacueerd.

Kijk, door zoiets kun je je dag laten vergallen, maar ik bedoel: hoe groot is de kans dat je, van alle 4500 treinen die er per dag reizen, nu nét in één van de 20 urenlang stilstaande treinen zit?
Dat dacht ik dus ook.

Ik had eindelijk weer eens wat gewonnen – en het was een stuk minder traumatisch dan de keer daarvoor.

Comments

comments

In categorie: Gedachten

door

Diana van Ewijk is, naast officieel Soephoofd, ook kapitein van het #KliekjesCollectief en social mediamanager in #BlueCity010. Een storyteller met de focus op foodwaste!

3 comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *